Hoe wordt poging tot zware mishandeling beoordeeld?

Beoordeling van Poging tot Zware Mishandeling en de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

Poging tot Zware Mishandeling

In Nederland wordt zware mishandeling strafbaar gesteld onder artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht. Als er sprake is van een poging tot zware mishandeling, dan is er een intentie geweest om iemand zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, maar is dat niet tot uitvoering gekomen. Dit kan bijvoorbeeld zijn doordat er is ingegrepen of doordat de daad niet succesvol was.

Een poging tot zware mishandeling is strafbaar op grond van artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht. De straf voor poging is doorgaans lager dan voor het voltooide delict, maar het blijft een ernstig vergrijp.

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag van een persoon in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Of iemand met een strafblad een VOG krijgt, hangt af van de specifieke functie waarvoor de VOG wordt aangevraagd en de relevante screeningscriteria.

Bij een aanvraag voor een VOG wordt gekeken naar het strafrechtelijk verleden van de aanvrager. De beoordeling wordt gedaan door Justis, de screeningsautoriteit van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Pogingen tot zware mishandeling kunnen een negatieve invloed hebben op de kans om een VOG te verkrijgen, vooral als de functie waarvoor de VOG wordt aangevraagd relevante veiligheidsrisico’s met zich meebrengt.

Justis neemt in overweging hoe lang geleden het delict heeft plaatsgevonden, of er sprake is van recidive, en of het gedrag relevant is voor de specifieke functie.

Het is belangrijk om te beseffen dat elke VOG-aanvraag individueel wordt beoordeeld, en dat een verleden met pogingen tot zware mishandeling niet automatisch leidt tot een afwijzing. Er zijn mogelijkheden voor bezwaar en beroep mocht de VOG worden geweigerd.