Onze experts helpen bij al uw vragen
088 181 0349- Binnen 24 uur.
- Gratis en vrijblijvend.
- Specialist uit uw regio.
Wanneer een dader na een mishandeling van een minderjarig persoon niet wenst mee te werken aan bemiddeling, kan dat verschillende juridische implicaties hebben. Het is belangrijk om te begrijpen of en hoe dit invloed kan hebben op de strafrechtelijke procedure.
Bemiddeling is vaak een vrijwillig proces. In Nederland kunnen partijen – waaronder de dader – ervoor kiezen om al dan niet deel te nemen aan bemiddeling, zoals buurtbemiddeling via een wijkagent.
Er is doorgaans geen wettelijke verplichting voor een dader om mee te werken aan bemiddeling, tenzij dit door een rechter is opgelegd als onderdeel van een straf of maatregel.
Het niet meewerken aan bemiddeling op zich zal in de regel niet leiden tot extra strafrechtelijke vervolging of een zwaardere straf. Echter, de bereidheid tot medewerking kan wel meewegen in de beoordeling door een rechter.
Als de zaak voor de rechter komt, kan het gedrag van de dader, inclusief de bereidheid tot medewerking aan herstelgerichte processen zoals bemiddeling, een rol spelen in de straftoemeting. Rechters kunnen dit aspect meewegen bij het bepalen van de strafmaat, maar het is geen formele strafverzwarende omstandigheid.
In sommige gevallen kan een rechter of een officier van justitie beslissen dat bemiddeling of herstelrecht een nuttige aanvulling is op de strafrechtelijke procedure. Dit kan echter alleen worden toegepast als alle partijen vrijwillig willen meewerken.
Samenvattend kan worden gesteld dat de dader niet extra belast kan worden enkel en alleen omdat hij of zij niet wenst mee te werken aan bemiddeling met de wijkagent. De bereidheid tot deelname aan dergelijke processen kan echter wel een rol spelen in de bredere context van de strafzaak.
U wordt vandaag gratis en vrijblijvend teruggebeld door een ervaren strafrechtadvocaat.