Onze experts helpen bij al uw vragen
088 181 0349- Binnen 24 uur.
- Gratis en vrijblijvend.
- Specialist uit uw regio.
In Nederland zijn er wetten en regels die betrekking hebben op samenscholing en het gedrag in groepsverband, vooral als dit leidt tot verstoring van de openbare orde of tot confrontaties met de politie. Het is belangrijk om te begrijpen hoe deze wetten werken en onder welke omstandigheden de politie kan optreden.
Om iemand te beschuldigen van deelname aan samenscholing met als doel zich tegen de politie te keren, moet de politie doorgaans bewijzen dat de persoon daadwerkelijk aanwezig was op de locatie van de samenscholing en dat deze persoon actief deelnam aan activiteiten die de openbare orde verstoorden.
Als je stelt dat je “er niet eens bij was”, dan is het aan de politie om te bewijzen dat je wel aanwezig was en dat je betrokken was bij de betreffende activiteiten.
De bewijslast ligt in principe bij de politie en het Openbaar Ministerie. Zij moeten voldoende bewijs aandragen om aan te tonen dat je betrokken was bij de samenscholing en dat je een strafbaar feit hebt gepleegd.
Bewijs kan bestaan uit getuigenverklaringen, videobeelden, foto’s of andere vormen van bewijs die aantonen dat je aanwezig was en deelnam aan de overtreding.
In juridische termen moet de politie inderdaad kunnen aantonen dat je betrokken was bij de samenscholing en dat je je tegen de politie keerde. Zonder dergelijk bewijs zou een beschuldiging moeilijk standhouden in een rechtszaak.
U wordt vandaag gratis en vrijblijvend teruggebeld door een ervaren strafrechtadvocaat.