Moet er causaliteit zijn bij poging tot zware mishandeling?

Moet er bij poging tot zware mishandeling causaal verband zijn?

In het strafrecht is het begrip “poging” van belang bij het beoordelen van strafbare feiten, zoals poging tot zware mishandeling. Poging is strafbaar gesteld in artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht. Bij de beoordeling van een poging zijn er enkele elementen die in overweging moeten worden genomen:

1. Voornemen van de dader

Er moet sprake zijn van een opzet om een bepaald misdrijf te plegen. Dit betekent dat de dader de intentie moet hebben gehad om zware mishandeling te plegen.

2. Begin van uitvoering

Er moet een begin van uitvoering van het misdrijf zijn geweest. Dit houdt in dat er handelingen zijn verricht die een directe voortzetting van het misdrijf inhouden.

3. Causaal verband

Bij een poging tot zware mishandeling is een causaal verband tussen de handeling van de dader en een daadwerkelijk gevolg (zoals letsel) niet vereist. Omdat er sprake is van een poging, is het misdrijf niet voltooid, en daarom is een daadwerkelijk gevolg niet noodzakelijk om de poging strafbaar te stellen.

Samenvattend, voor een poging tot zware mishandeling is het niet noodzakelijk om een causaal verband aan te tonen tussen de handeling en een daadwerkelijk letsel. Het gaat erom dat er een voornemen en een begin van uitvoering is. Het feit dat het misdrijf niet tot een voltooid gevolg heeft geleid, maakt het niet minder strafbaar als poging.