Onze experts helpen bij al uw vragen
088 181 0349- Binnen 24 uur.
- Gratis en vrijblijvend.
- Specialist uit uw regio.
Artikel 141 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht heeft betrekking op het verstoren van de openbare orde door het plegen van openlijk geweld. Dit artikel luidt als volgt:
Artikel 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht:
“Hij die openlijk in vereniging geweld pleegt tegen personen of goederen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of een geldboete van de vierde categorie.”
Dit betekent dat u wordt verdacht van het openlijk in groepsverband plegen van geweld tegen personen of goederen. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden tijdens rellen, demonstraties of andere situaties waarin groepen mensen geweld gebruiken in het openbaar.
De straf die op dit delict staat, kan variëren afhankelijk van de omstandigheden en de ernst van het gepleegde geweld. Volgens artikel 141 lid 1 kan de straf maximaal zijn:
De rechter zal bij de bepaling van de strafmaat rekening houden met factoren zoals de mate van geweld, eventuele schade aan personen of goederen, en de rol van de verdachte binnen de groep. Daarnaast kunnen er verzwarende of verzachtende omstandigheden zijn die van invloed zijn op de uiteindelijke straf.
Indien u wordt verdacht van het plegen van openlijk geweld in vereniging zoals omschreven in artikel 141 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, riskeert u een aanzienlijke gevangenisstraf of een hoge geldboete. Het is belangrijk om juridisch advies in te winnen om uw situatie goed te kunnen beoordelen en u te verdedigen tegen deze beschuldiging.
U wordt vandaag gratis en vrijblijvend teruggebeld door een ervaren strafrechtadvocaat.