Wat zijn de richtlijnen van OM bij openbare geweldpleging?

Richtlijnen van het Openbaar Ministerie voor openbare geweldpleging

Openbare geweldpleging, ook wel bekend als openlijk geweld, betreft situaties waarin geweld wordt gepleegd in het openbaar en waarbij vaak meerdere personen betrokken zijn. Het Openbaar Ministerie (OM) in Nederland heeft specifieke richtlijnen opgesteld voor de vervolging van dergelijke zaken. Deze richtlijnen helpen bij het bepalen van de ernst van de situatie, de vervolgingsbeslissing, en de strafeis. Hieronder volgen enkele belangrijke aspecten van deze richtlijnen:

1. Definitie en Context

Openbare geweldpleging valt onder artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht. Het betreft geweld gepleegd in groepsverband in openbare ruimtes.

Het omvat een breed scala aan gedragingen, van vechtpartijen tot rellen en vandalisme.

2. Ernst van het Delict en Vervolging

De ernst van het geweld, de rol van de verdachte, en de impact op slachtoffers en de samenleving worden beoordeeld.

Het OM kijkt naar factoren zoals wapenbezit, letsel aan slachtoffers, en de mate van verstoring van de openbare orde.

Het OM kan kiezen voor een snelle afdoening, zoals lik-op-stuk beleid, vooral bij minder ernstige gevallen.

3. Strafeisen

De richtlijnen bevatten indicaties voor de strafeisen, variërend van taakstraffen tot gevangenisstraffen, afhankelijk van de ernst van het geweld.

Bij verzwarende omstandigheden, zoals recidive of gebruik van wapens, kunnen hogere straffen worden geëist.

4. Preventie en Samenwerking

Het OM werkt samen met politie en gemeenten om openbare geweldpleging te voorkomen en snel in te grijpen bij incidenten.

Er wordt ingezet op preventieve maatregelen en bewustwordingscampagnes om geweld in openbare ruimtes te verminderen.

De richtlijnen van het Openbaar Ministerie zijn bedoeld om consistentie te waarborgen in de aanpak van openbare geweldpleging en om de rechtsorde te handhaven. Voor specifieke casussen en de toepassing van deze richtlijnen kan juridisch advies en verdere consultatie met het OM noodzakelijk zijn.