Onze experts helpen bij al uw vragen
088 181 0349- Binnen 24 uur.
- Gratis en vrijblijvend.
- Specialist uit uw regio.
Artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) betreft afpersing, terwijl Artikel 45 Sr betrekking heeft op poging tot het plegen van een misdrijf. Wanneer deze artikelen in samenhang worden bezien, gaat het om een poging tot afpersing. In juridische context zijn er verschillende afdoeningsmodaliteiten die kunnen worden overwogen. Hieronder worden enkele van deze modaliteiten besproken:
Het Openbaar Ministerie (OM) kan besluiten de zaak te seponeren, wat betekent dat er geen verdere vervolging plaatsvindt. Dit kan bijvoorbeeld vanwege onvoldoende bewijs of als het feit van geringe ernst wordt beschouwd.
Het OM kan een strafbeschikking uitvaardigen, waarbij een straf wordt opgelegd zonder tussenkomst van de rechter. Dit kan bijvoorbeeld een boete of een taakstraf zijn.
De zaak kan voor de rechter worden gebracht door middel van een dagvaarding. De rechter zal dan oordelen over de schuldvraag en een eventuele straf opleggen.
Er kan een schikking worden getroffen tussen het OM en de verdachte, waarbij de verdachte een bepaalde sanctie accepteert in ruil voor het niet verder vervolgen van de zaak.
Het OM kan besluiten tot een voorwaardelijk sepot, waarbij de zaak niet verder wordt vervolgd onder bepaalde voorwaarden, zoals het volgen van een behandeling of het betalen van schadevergoeding.
Bij de beslissing over welke afdoeningsmodaliteit wordt toegepast, wordt rekening gehouden met factoren zoals de ernst van het delict, de omstandigheden van de verdachte en het beschikbare bewijs.
U wordt vandaag gratis en vrijblijvend teruggebeld door een ervaren strafrechtadvocaat.