Welke gedragsaanwijzing bij verdenking van zware mishandeling?

Verdacht van poging tot zware mishandeling: Gedragsaanwijzingen

Wanneer iemand wordt verdacht van poging tot zware mishandeling, kan de rechter of officier van justitie bepaalde gedragsaanwijzingen opleggen om het risico op herhaling te beperken en de openbare orde te handhaven. Deze gedragsaanwijzingen zijn vaak onderdeel van een schorsing van voorlopige hechtenis of een voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Enkele mogelijke gedragsaanwijzingen zijn:

1. Meldplicht

De verdachte moet zich op bepaalde tijden melden bij de politie of reclassering.

2. Contactverbod

De verdachte mag geen contact opnemen met het slachtoffer of andere betrokkenen.

3. Locatieverbod

De verdachte mag zich niet in de buurt van bepaalde locaties begeven, zoals het huis of de werkplek van het slachtoffer.

4. Verbod op alcohol- en drugsgebruik

De verdachte mag geen alcohol of drugs gebruiken, en dit kan worden gecontroleerd door middel van testen.

5. Begeleiding of behandeling

De verdachte moet deelnemen aan bepaalde behandelingen of programma’s, zoals agressieregulatie of psychologische begeleiding.

6. Elektronische controle

De verdachte kan worden verplicht om een enkelband te dragen voor locatiebepaling.

Het exacte pakket aan gedragsaanwijzingen wordt afgestemd op de specifieke omstandigheden van de zaak en het profiel van de verdachte. Het is belangrijk dat de verdachte zich aan deze aanwijzingen houdt om verdere juridische complicaties te voorkomen.