Onze experts helpen bij al uw vragen
088 181 0349- Binnen 24 uur.
- Gratis en vrijblijvend.
- Specialist uit uw regio.
Wanneer een persoon overlijdt zonder een testament na te laten, is het wettelijke erfrecht van toepassing. In Nederland is het erfrecht geregeld in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens de wettelijke erfopvolging komen de directe afstammelingen, dat wil zeggen de kinderen, als eerste in aanmerking voor de nalatenschap. Partners en kinderen vormen samen de zogenaamde ‘eerste orde’ van erfgenamen.
Bij het ontbreken van een testament hebben de kinderen dus een voorrangspositie bij de erfopvolging. Andere familieleden, zoals broers, zussen of ouders van de overledene, komen pas in beeld als er geen kinderen of echtgenoot zijn. Zij behoren tot de ’tweede orde’ van erfgenamen.
De overheid speelt een beperkte rol in de verdeling van de nalatenschap. De overheid zorgt ervoor dat de wettelijke regels worden nageleefd en kan alleen optreden als er sprake is van geschillen of als er geen erfgenamen zijn. In dat laatste geval kan de nalatenschap aan de Staat toevallen, maar dit gebeurt pas nadat een uitgebreide zoektocht naar erfgenamen niets heeft opgeleverd.
Het erfrecht is primair een civielrechtelijk en geen strafrechtelijk onderwerp. Er is geen strafrechtelijke implicatie verbonden aan het niet hebben van een testament. Echter, indien er sprake is van fraude of andere strafbare feiten in de afhandeling van een nalatenschap, kan dit wel strafrechtelijke gevolgen hebben.
Bij het ontbreken van een testament hebben de kinderen van de overledene voorrang als erfgenamen. Andere familieleden komen pas in beeld als er geen erfgenamen uit de eerste orde zijn. De overheid speelt een rol in het waarborgen van een correcte uitvoering van de wettelijke regels, maar heeft verder geen invloed op de volgorde van erfopvolging zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
U wordt vandaag gratis en vrijblijvend teruggebeld door een ervaren strafrechtadvocaat.